Goede buitenlampen: je weet pas dat je ze nodig hebt, als je in het donker het huis verlaat. Of ’s avonds laat terugkomt. In de zomer heb ik het nooit zo door want dan is het lang licht, en in de winter blijf ik het liefst binnen. Pas nu ik twee avonden in de week naar tennis ga, ook in de winter (voorheen was ik een mooi-weer-tennisser) merk ik dat onze buitenboel maar slecht verlicht is. En dat je, als je niet oppast, je nek breekt.
Bij mijn schoonmoeder is dit al een keer gebeurd. Die struikelde in het donker over een opstapje en brak haar pols. Niet de bedoeling natuurlijk, en sindsdien heeft ze standaard een zaklamp bij zich als ze ons bezoekt. Ook mijn man gaat altijd met een zaklamp de deur uit in het donker. Terwijl het helemaal niet zo moeilijk is om te investeren in goede buitenlampen. Sterker nog, met goede buitenlampen is het niet alleen veiliger om opstapjes te ontwijken, het helpt ook beter tegen inbraken omdat het afschrikt.

Wat ons steeds tegenhoudt om de tuin beter te verlichten, is het feit dat we hiervoor elektriciteit moeten aanleggen in de achtertuin. Ja, een flutreden, ik weet het, maar genoeg om er niet aan te beginnen. Dat wil zeggen, tot ik ontdekte dat dit helemaal niet nodig is. Je hebt namelijk tegenwoordig prima solar tuinverlichting die je dus neer kunt zetten waar je wilt. De zon doet het werk: overdag laden de lampjes op, en zodra het donker wordt, gaan ze branden. Zorg wel dat je lampen hebt met een oplaadbare accu, deze kunnen tot zes uur branden. Tenzij je natuurlijk niet te lang met je schoonmoeder opgescheept wil zitten. Dan is een uurtje wel genoeg.
Gelukkig is het bij ons in het Westland nooit echt donker. Vanaf 00.30 uur gaan de assimilatielichten van veel tuinders aan, en kun je eigenlijk alles weer prima zien. Alleen heb ik, met goede buitenverlichting, geen reden meer om tot middernacht in de sportkantine te blijven hangen…
Meer licht in huis? Ook hier zijn oplossingen voor!
Geef een reactie