Een werkstuk inleveren. Ik weet het, daar heb je als moeder niets mee te maken. Zeker niet in groep 8. Dat moet het kind gewoon zelf doen. Maar ja, een controlfreak als ik, die kan zich er niet helemaal van losmaken. Ik schrijf nou eenmaal graag, dus ik vind werkstukken leuk, en ik weet ook veel dingen, en natuurlijk weet ik het beter…
Het werkstuk is ingeleverd, en ik deel met jullie enkele stresspuntjes zullen misschien herkenbaar zijn voor andere moeders:
-
De planning
Natuurlijk duurt het nog heeeeeel lang, die inleverdatum. En is het vroeg genoeg om er een week van tevoren aan te beginnen. Volgens mij dan. Zoon is er juist op gebrand om het werkstuk zo snel mogelijk af te hebben. Ja, omgekeerde wereld hè? Maar goed, ik weet dat ik zelf zo 1000 woorden in een halfuurtje typ. Hij natuurlijk niet. En wie moet het doen? Hij. Oh ja.
-
Spelling en grammatica
Ik ben een taalnazi. Ik weet, ik maak zelf heus spelfouten, maar ik heb wel enig gevoel voor zinsbouw en grammatica. Als ik een beetje help, ligt er zonder meer een prachtig betoog over, in dit geval, de financiën van War Child. Maar dat is natuurlijk niet de bedoeling, het moet zíjn verhaal worden. En die spelfouten moet hij zelf ontdekken, geholpen door de oranje kringellijntjes onder de foute woorden. Ik zit dus op mijn tong te bijten en bovenop mijn handen. Loslaten. Lossss.
-
De back-up in de cloud
Als je ooit een keer een werkstuk, verslag of opdracht bent kwijtgeraakt door een verkeerde druk of de knop, geknoeide koffie over je toetsenbord of wat dan ook, dan weet je: back-ups maken is essentieel. Uiteraard dacht ik bij dit simpele werkstuk in Word dat dit niet nodig zou zijn. Wat denk je: Word besloot er na een avond hard typen een alleen-lezen bestand van te maken zonder de aanpassingen van die avond. Oeioeioei!
Na een paar woorden die hier niet in de herhaling kunnen, bleek deze zeer technisch onderlegde moeder de goede versie nog te kunnen vinden in de computer. En werden er alsnog versies opgeslagen in dropbox, onedrive en op een USB stick. Ach, dat probleem hadden we vroeger nog niet, toen schreven we nog gewoon…
-
De inktpatronen
En als de planning dan volledig gehaald is, en het hele concept in drievoud in de computer en de cloud staat, komt het moment van printen. Op de een of andere manier luisterde de zoon hierbij netjes naar mij, mogelijk was ik wat dwingend. Ik weet namelijk één ding zeker: ‘nog effe snel uitprinten’ zijn de vier toverwoorden voor een grote ramp. Er is altijd wel wat mis met een printer. Doe het dus minimaal drie dagen voor de deadline.
Niet voor niets: eerst bleken de inktpatronen op. Na zwart en blauw te hebben vervangen, bleken de plaatjes toch wat lelijk zonder rood en geel. Nog maar een keer naar de Bruna dus.
-
Het mapje
Mapjes (of snelhechters) zijn hier in overvloed. Dat komt omdat ik nog niet zo lang geleden een studie volgde. Echt mooi zijn die mapjes niet meer, met ezelsoren en verkreukeld omdat er teveel exemplaren in een ordner gestopt zijn. Maar ja, er is niemand die zin heeft om nog eens naar de Bruna te gaan. Plan B bleek het best te werken: het nette mapje van het werkstuk van vorig jaar gebruiken, en dat werkstuk in een oud mapje stoppen. Minimale vertraging op dit punt.
-
De gaatjes
De gaatjes verdienen een hoofdstuk apart. Want waarom, waarom, hebben wij geen fatsoenlijke perforator? We hebben er wel eentje hoor, maar die is gammel. Het ene puntje blijft hangen als je te hard hebt geduwd, en er zit niet zo’n uitschuifdingetje in waardoor je moet gokken waar de gaatjes zo ongeveer moeten komen.
En als dan de hele papierstapel (want lang van stof is de jongen ook, heeft hij van mij) niet in één keer in de perforator past, en je hem in twee delen doet, zitten die gaatjes nooit op dezelfde hoogte. Zó frusterend…
-
De kantlijnen
Zitten die gaatjes dan op hun plek, en doe je het werkstuk in het mapje, blijkt dat je kind iets te enthousiast is geweest met kantlijnen in Word verschuiven. Want ‘anders paste het plaatje er niet goed op’. Prima, maar nu staat de halve tekst onder de gaatjes. Lelijk en onhandig. Dus: deze versie in de papierbak en kantlijnen aanpassen. Wat er weer voor zorgt dat de tekst niet meer op een pagina past, en de inhoudsopgave moet worden aangepast. Gedoe.
-
Papier
Maar dan, eindelijk, is het zover. Alles staat goed, staat recht, klopt. Er is voor een fortuin aan inktpatronen aangerukt en er kan geprint worden. Vrolijk spuwt de printer de blaadjes uit. Pagina 12, 11, 10, 9, 8, …… stop. Foutmelding. Een paper jam? Nee, het valt mee. Het papier is op. Nou, dat ligt in de la.
Ehhh… de papierbron blijkt niet onuitputtelijk… In de la ligt nog een lege verpakking, en een stapeltje fotopapier. Hebben we daar wat aan? Nee. Nee, nee, nee. En we waren zover gekomen! Gelukkig brengt papa uitkomst, die op zijn kantoor nog wat papier heeft liggen.
Maar ja hoor, dan… dan is het echt zover. Het werkstuk is uitgeprint, past in het mapje, is compleet… nu snel in de tas, en dan naar school. Hop, naar de juf. Want hoewel het na de vakantie pas ingeleverd hoeft, is het toch leuk voor de juf om het nu alvast te krijgen? Heeft ze wat te doen in de vakantie…
En is mama er vanaf.
- New York, New York - 12/11/2024
- The Big 40 - 03/11/2024
- Creëer een unieke sfeer met bijzondere wanddecoratie voor thuis - 18/10/2024
Geef een reactie