Sparen: mensen lachen je bijna uit als je het nog doet. Kregen we vroeger nog vele procenten rente op onze kinderrekening (weet je nog, de spaarweek van de Rabobank? Wat een feest!), inmiddels is sparen een soort dure hobby geworden. Het kóst namelijk geld. Toch zijn er nog steeds mensen die sparen, en in sommige gevallen is dit ook aan te raden. Ik probeer uit te leggen waarom.
Sparen vs beleggen
Dat beleggen populair is, kan je niet ontgaan zijn. Ook ik ben al een paar maanden bezig met beleggen. In het begin van Corona kwam er een flinke dip op de aandelenmarkt. Daarna is het alleen maar gestegen, en veel mensen zijn op die trein gesprongen. Tijdens corona hadden ze meer tijd om zich erin te verdiepen, sommigen hadden geld over (niet op vakantie!) en, nou ja, vrijwel alle aandelen doen het goed. Je krijgt er dus al vrij snel een goed gevoel over, en gaat ermee door. Een meer zakelijke reden is dat de rente nu historisch laag is, de rente op een spaarrekening ligt tussen de 0 en de 0,35%. Als je daar de inflatie tegenover zet, kost sparen dus eigenlijk geld. Aangezien beleggen op de lange termijn vaak wel winst oplevert, is de keuze dan snel gemaakt. Mijn beleggingen brengen in elk geval meer op dan mijn spaarrekening, dus ik blijf er lekker mee doorgaan.
Wanneer wel sparen?
Maar goed, beleggen is niet voor iedereen weggelegd. Je moet weten wat je doet, en je er dus in verdiepen. Ook al laat je iemand voor je beleggen of zet je je geld op een beleggingsrekening bij de bank. Wat ook vaak weer extra kosten met zich meebrengt. Wil je er niet aan beginnen, dan is sparen heus nog wel een alternatief. Ook als je je geld binnen afzienbare tijd nodig hebt, bijvoorbeeld voor de aankoop van een huis, is het niet slim om te gaan beleggen. De markt kan altijd ineens instorten. Over de langere termijn ben je vrijwel verzekerd van winst (als je voldoende spreiding in je portefeuille hebt) maar garanties krijg je nooit. In het verleden behaalde resultaten bieden immers geen garantie voor de toekomst!
Wat een optie kan zijn, is om een depositorekening te openen. Bij een deposito zet je je geld voor langere tijd vast. Dit kan 1, 2 of 5 jaar zijn, maar ook langer. In die tijd kun je niet bij je geld, maar je weet wel dat je een vast percentage aan rente krijgt. En deze rentes liggen hoger dan op een spaarrekening. Zo ben je verzekerd dat je geld iets opbrengt, zonder de risico’s. De rentepercentages liggen behoorlijk uiteen bij verschillende banken, het is dus goed om deze goed met elkaar te vergelijken.
Houd een buffer aan!
Tot slot: houd altijd een buffer aan voor onverwachte uitgaven. Denk aan je auto die kapot gaat, lekkage in je huis of houtrot. Als je geld in een deposito zit of je beleggingen net in een dipje, kun je voor grote problemen komen te staan. En moet je straks geld lenen waar je wél een paar procent rente over betaalt. Zonde! Hoeveel je precies achter de hand moet houden, kun je berekenen met de bufferberekenaar van het Nibud.
Zelf ben ik altijd erg voorzichtig geweest, ik doe het liefst van alles een beetje. Een beetje sparen, een beetje beleggen, de hypotheek versneld aflossen en ook nog een buffertje aanhouden. Zo raak ik zelf niet in de stress en ben ik niet van één manier afhankelijk.
Wat doe jij, sparen of beleggen?
- Ontdek de voordelen van een aanschuifbedje in de slaapkamer - 02/01/2025
- New York, New York - 12/11/2024
- The Big 40 - 03/11/2024
Niek Hoogendoorn zegt
Sinds een maand of 2 ben ik in de crypto’s gegaan. Ik heb wat geld verdeeld over een stuk of 10 verschillende muntjes.
Heel eerlijk; ik heb er de ballen verstand van, maar tot nog toe is de waarde mijn portefeuille groter geworden. Het rendement is tot nog toe zo’n 4% wat beter is dan de rente op een hedendaagse spaarrekening.
Collega’s zitten in de aandelen zoals http://www.degiro.nl en dat rendeert ook niet onverdienstelijk.