Waar begin ik toch elke keer weer aan, vraag ik me af. Zeker de dag voor vertrek, als mijn hoofd overloopt van stress. Welke kleren komen nog uit de was, wat zit al ingepakt, niet vergeten de vuilnisbak te legen, moet de vaatwasser nog aan? Als dan eindelijk alles in de auto zit en we zijn vertrokken naar de vakantiebestemming, keert de rust weer. Voor even dan.
Dit jaar besloot ik met de jongste twee kinderen te gaan kamperen in de Vendée in Frankrijk. Niet die hard kamperen, want dat zouden we echt niet trekken, maar in een stacaravan. En dan eentje voor zes personen, zodat iedereen zijn eigen kamer had. Het werd zelfs omschreven als ‘luxe’ stacaravan. Nu denk ik dat het voor kampeerders al snel luxe is, maar goed, het was te doen zullen we maar zeggen. En ja, een week in een huisje of hotel was gewoon niet te betalen, simple as that.
Op vakantie is alles anders. Zeker in Frankrijk. De mensen praten er Frans, de wifi is er ruk en helaas de 4G ook, het brood smaakt anders, het water zit vol chloor, het is er heet en er zitten salamanders. Nu kun je sommige dingen ook zien als pluspunten, zelf ben ik namelijk gek op baguette, spreek ik ook Frans, vind ik onbereikbaarheid op bepaalde momenten best fijn en hou ik van salamanders. En van Franse kaas. Maar je kunt je voorstellen dat mijn kinderen dit als minder idyllisch ervoeren. Ze moesten, laten we het maar even netjes zeggen, wennen.
Ik ga dan toch aan mezelf twijfelen. Waar ben ik aan begonnen? Waarom moest ik zo nodig helemaal naar West-Frankrijk? Wie doe ik hier een plezier mee en vooral: is dit nu vakantie? Auto inpakken, 1000 kilometer rijden, ring Parijs, auto uitpakken, boodschappen doen, technische wifidingen regelen, koken, afwassen… maar weet je, thuisblijven is ook wat. Dus ik besloot er toch maar het beste van te maken (en oké, ik keek of ik de dagjes Disney op de terugweg kon vervroegen, maar dit kon niet) (en ik deed m’n best om een superwifipunt te regelen, maar dit lukte ook niet).
En ineens is er dan, na wat opstartproblemen, toch een soort berusting. Dit is wat het is. Ik kan overal wennen, maar ook de kinderen begonnen te wennen. We gingen erop uit, speelden spelletjes, selecteerden onze beste winkeladresjes, verkenden de omgeving en maakten vooral geen contact met andere kampeerders want je moet het ook weer niet overdrijven. Maar we vonden wel een soort modus. Zeker voor de kids, die vrij lastig zijn met veranderingen, best leerzaam. En voor mij ook, want zie je wel, ze kunnen dit heus.
Een vakantie blijft aanpassen. Momenten waarop je denkt ‘waar ben ik aan begonnen’ horen er volgens mij altijd bij. Ik realiseerde me dat iedereen elke dag wel even een boos moment had, en dat dat er ook gewoon mocht zijn. Bij de kinderen hielp het dan om wat te eten, bij mij om wat te drinken ;). En elke avond dacht ik: zo, van deze dag hebben we toch ook maar weer wat moois gemaakt.
Uiteindelijk werden de twee dagen Disney één dag, want toen wilde iedereen wel echt naar huis. Maar al met al hebben we mooie herinneringen gemaakt. En ja, vakantie is gedoe. Ook de sleurhut schoon achterlaten, de spullen inpakken, de zwarte zaterdag trotseren, thuis alles weer uitpakken en wassen. Hoe dan ook blijft het de moeite waard, en het fijne is dat je dan thuis weer extra waardeert. Uitgerust ben ik niet, integendeel.
Gelukkig is er de 5-daagse vakantie met vriendin J. (zonder kinderen!) in het vooruitzicht, die expres elk jaar ná de zomervakantie wordt gepland. Dan kunnen we echt even bijkomen.
- Tot wanneer slapen kinderen bij je in bed? - 19/09/2024
- De garderobe van een 40-jarige - 17/08/2024
- Lisette Schrijft niet meer (althans geen blogs) - 29/07/2024
Geef een reactie