Wéér een blog over bingo. Echt, ik kan er geen genoeg van krijgen. Een sport die zó makkelijk, zó leuk en zó niet-inspannend is, daar kun je niet vaak genoeg reclame voor maken. En omdat ik zo gek ben op bingo, speelde ik met mijn dochter een potje thuisbingo. Helaas viel dat niet mee.
Je kent de thuisbingo misschien nog wel van vroeger: een bord met 90 vakjes, een ronddraaiende bal en 90 balletjes. Althans, dat is de bedoeling. Wij haalden dit stuk speelgoed uit de kringloopwinkel (want: krenterig duurzaam) en of het daardoor komt of dat er in ons huishouden iets misging weet ik niet, maar wij hebben slechts 84 balletjes. Welke missen ontdekken we meestal pas na het spel.

We hebben het spel al een tijd in huis (zie de stoflaag). Desalniettemin blijven we in dezelfde val trappen: omdat we niet weten welke balletjes missen, gaan we gewoon van start en blijft er altijd iemand over die de kaart nooit vol kan krijgen. Jammer, en niet bevorderlijk voor de feestvreugde.
Tijdens het potje thuisbingo deze middag bedacht ik nog wat redenen waarom bingo in de kroeg een betere tijdsbesteding is dan bingo thuis. In willekeurige volgorde:
- het is nooit duidelijk welke 6 is en welke 9. Onder 9 staat een stip, onder de 6 niet. Trek je de 6 eerst dan ben je dus helemaal in de war. Want welke is het nou?
- Je hebt in de kroeg een mooie gelukbrengende bingostift à €1,50 aangeschaft, maar dochter moet en zal die gebruiken. Zit je dan met een pen te krassen terwijl zij jouw geluksstift vernachelt.
- ‘Even’ een spelletje bingo duurt een eeuwigheid. Dit omdat er op de een of andere manier pas bingo valt bij het laatste balletje. En 90x een minuut is… best lang.
- Het duurt zo lang omdat kinderen bij elke bal de neiging hebben te roepen dat ze hem NIET hebben, en welke cijfers die erop lijken ze WEL hebben. Net zo irritant als een groepsapp waarin iedereen reageert als het niet wordt gevraagd.
- Er zijn geen prijzen, en als die er zijn dan zijn ze niet kroegwaardig. Je moet het hooguit doen met een verrassingsei dat nog in de kast lag of een lolly bij de thuisbingo. Nogal een verschil met een supermooie (en dure) sieradenset, om maar eens wat te noemen.
- Er is thuis niemand die bier en bitterballen komt brengen
- De verkeerde wint altijd. Als mama wint is het janken, maar als het kind wint is het ook janken (door mama)
- Zie punt 6.
- Iemand wordt boos, geeft een klap op de tafel, de balletjes rollen uit het bingobord en er verdwijnen er nog een handjevol in de convectorput
- In de convectorput vind je ook bijna alle overige balletjes, waardoor je plastic bingokaarten (waarop je net bij allemaal bruut de nummers van de missende balletjes hebt doorgekrast met een permanente marker) niet meer bruikbaar zijn
- Je bedenkt dat je gelukkig thuis bent en snel een biertje kunt pakken.

Nou ja, dat dus. Sommige dingen zijn gewoon niet gemaakt om thuis te proberen, en bingo is er één van. Ik pleit voor een waarschuwing op de kaarten: Don’t try this at home.
Related Posts
- Film- en televisietips voor deze voorjaarsvakantie - 24/02/2021
- Bespaartip: neem je abonnementen eens onder de loep - 22/02/2021
- Het hardlopen weer oppakken gaat niet vanzelf… - 21/02/2021
Geef een reactie