‘Oh, wat fijn, hoogbegaafd. Dan gaat alles lekker makkelijk’ ‘die doet school met twee vingers in zijn neus, ik ben jaloers, hoor!’ ‘wat ben ik trots, mijn kind heeft alleen maar tienen op zijn rapport’.
Hierboven staan zomaar wat vooroordelen over hoogbegaafdheid. Vooroordelen die ik herken, heb gehoord, of misschien voorheen zelf ook had. Want het is toch fijn als school makkelijk is? Als je met weinig moeite maximaal resultaat haalt en er nog voor wordt geprezen ook? Het is ideaal om slimme kinderen te hebben!
Ja en nee. Natuurlijk is het fijn dat je als kind die tijd, waarin de meeste kinderen moeten leren, aan andere dingen kan besteden. Als kind heb je niet door dat het later alleen maar lastig is, als je niet leert om te leren. En als je gewend bent dat alles vanzelf gaat. Dat lijkt makkelijk en fijn, en dat is het ook op de korte termijn. Alleen loop je dan vroeg of laat toch tegen de lamp, en dat kan jammer zijn. In het leven gaat namelijk niet alles vanzelf.
Slecht rapport
Mijn kinderen kregen deze week hun rapport, net als vele kinderen in Nederland. Wat vinden we daarvan? Het rapport op zich vind ik prima. Je weet waar ze staan, al hou ik toch wel vinger aan de pols. Maar wat is het probleem? We zijn trots als er allemaal negens en tienen op het rapport staan. Ik ook, hoor!
Alleen is dat eigenlijk niet goed. Een kind dat op zijn eerste rapport in het schooljaar allemaal negens en tienen heeft krijgt geen onderwijs op zijn niveau. Dat is tenminste mijn mening. Of misschien mijn excuus om de 4 (!!) op het rapport van mijn kind goed te praten. Wat betekent een 4? Hij heeft nog een hoop te leren. En zal moeite moeten doen. Mooi! Dat is de bedoeling!
Het rapport laat zien waar een kind staat, en waar nog aan gewerkt moet worden. Soms wordt duidelijk dat het niveau van de klas waar het kind zit niet past bij het niveau waarop het werkt en denkt.
Speciaal onderwijs
Voor kinderen die op school het niveau niet kunnen bijbenen of het juist te makkelijk doen zijn er speciale scholen. Al is het met het passend onderwijs van nu de bedoeling dat meer van deze kinderen op de reguliere basisschool kunnen blijven. Zo nodig met aangepast werk. Ook kan versnellen of juist doubleren een oplossing zijn.
Ik ben zelf wel eens gaan kijken op een speciale school voor hoogbegaafde kinderen, toen bij mijn zoon werd vastgesteld dat hij hoogbegaafd is. De opmerkingen in mijn omgeving waren niet van de lucht. ‘Waarom moet je dat willen? Straks valt hij buiten de maatschappij! Krijgt hij het dan niet te hoog in de bol?’
Het punt is: van een kind met een IQ van 60 dat op een reguliere school zit, begrijpt iedereen dat het aangepast werk krijgt. Denk bijvoorbeeld aan een kind met Down Syndroom. We noemen deze kinderen zwakbegaafd, net zo’n rotwoord als hoogbegaafd. Vaak kunnen deze kinderen niet goed meekomen op een basisschool en wordt er een apart programma gemaakt. Zitten ze vooral op school voor de contacten met leeftijdsgenoten.
Veel kinderen met een IQ van 60 belanden echter vroeg of laat op een speciale school voor moeilijk of zeer moeilijk lerende kinderen. Ook dat zal iedereen begrijpen. In de kleutertijd valt het nog niet zo op, maar zodra het tempo hoger wordt, is het lastiger voor zo’n kind om het bij te benen in de klas.
Ze moeten zich maar gewoon aanpassen
Het jammere is dat kinderen met een IQ van 140, die dus net zover afwijken van gemiddeld (100), vaak niet op deze manier ‘gezien’ worden. Oké, ze zijn hoogbegaafd en meestal is dat wel duidelijk. Maar ja, ze moeten zich maar gewoon aanpassen. Dan doen ze het maar iets makkelijker. Zijn ze lekker snel klaar. Soms worden ze ingezet om andere kinderen, die het nog niet snappen, te helpen.
Dat deze hoogbegaafde kinderen vaak een totaal andere onderwijsbehoefte hebben, net als het kind met Down, zien maar weinig mensen. Als we zo’n kind zien dat met twee vingers in de neus allemaal tienen op het rapport haalt, vinden we dat eigenlijk wel makkelijk. Ja, ook voor de leraar is het handig. Maar om zo’n kind te leren leren is er meer nodig!
School voor hoogbegaafde kinderen
Een speciale basisschool voor hoogbegaafde kinderen speelt hierop in. Door nog meer te verbreden, verrijken en verdiepen. Door met speciale projecten te werken, talen als Spaans en Chinees aan te bieden: kortom alles om te zorgen dat de kinderen uitgedaagd blijven.
Op de school waar ik ging kijken waren een aantal reguliere klassen een een aantal hb-klassen. Met het elitaire viel het dus wel mee, bij veel projecten werd er samengewerkt. Alleen kregen de hb-kinderen net iets meer wat ze nodig hadden. En de klassen waren kleiner. Ik vond dit een heel gezellige, leuke school met leraren die echt kennis hebben van hoogbegaafdheid.
De nadelen van een speciale school
Een nadeel van speciaal onderwijs voor hoogbegaafden is dat er vaak een flinke ouderbijdrage wordt gevraagd. Op deze school €1200,- per leerling per jaar, maar ik hoor ook bedragen van €3000,-. Als je dat voor drie kinderen moet neerleggen en ook nog eens elke dag 80 kilometer moet rijden dan wordt de drempel toch wel hoog! Er zijn ouders die hiervoor verhuizen, leningen afsluiten of stoppen met werken.
En dat maakt het lastig. De keuze voor goed onderwijs (want ik ben ervan overtuigd dat deze school heel goed is voor veel hoogbegaafde kinderen) wordt dan niet meer gemaakt op basis het onderwijs, maar hangt af van praktische zaken. Waar bij ZMLK scholen van alles geregeld is met subsidies en vervoer vanuit de gemeente, moeten ouders van hoogbegaafde kinderen alles zelf ophoesten.
Verder zijn er bij sommige hb kinderen bijkomende problemen. Denk aan dyslexie, ADHD, etc. Op de school waar ik ben geweest namen ze deze kinderen niet aan, je werd alleen toegelaten (op de wachtlijst) als je een IQ van minimaal 130 hebt en geen bijkomende problemen. Top voor de rust in de klas en het onderwijs, maar veel kinderen vallen dan af.
En dus zie je op de scholen waar de kinderen die hoogbegaafd zijn en aanvullende problemen hebben een wirwar van allerlei kinderen met soms grote problemen. Sommigen zijn al vier of vijf keer van school geswitcht, en zijn hun hele motivatie kwijt. Ga er maar aanstaan als juf. Dit maakt dat deze scholen niet altijd hoog aangeschreven staan. En dat de resultaten heel wisselend zijn.
De middelbare school
De volgende vraag is: wat dan komt erna? In onze regio was één middelbare school speciaal voor hoogbegaafde kinderen, deze is gesloten omdat de kwaliteit onder de maat was. Lastig, want is er de juiste aandacht voor het hoogbegaafde kind op een ‘gewone’ middelbare school? Ik ben er nog niet in thuis, maar dat zal per school verschillen. Zitten kinderen die op een hb-basisschool hebben gezeten wel op een goede plek op een gewone middelbare school? Of is die overgang nog groter dan anders?
Al met al heb ik wederom geen pasklare oplossing. Ik denk dat het heel fijn is dat er speciale scholen voor hoogbegaafden bestaan. Mijn oudste heeft er een tijdje op de wachtlijst gestaan voor zo’n basisschool, maar de enorme som geld (ik zou mijn andere kinderen dan ook dat onderwijs gunnen als zij hoogbegaafd blijken, en dan wordt het best prijzig) plus de logistieke planning hebben ervoor gezorgd dat we dat toch niet zagen zitten.
Zelfbeeld en ontwikkeling
Had ik zelf vroeger naar een hoogbegaafden school gewild? Lastige vraag. Ergens wil je het liefst dat alles gewoon normaal blijft en dat je in de buurt van je huis en dorpsgenoten naar school kan. Ook als je je verveelt op school. Aan de andere kant zorgt contact met ‘peers’, ontwikkelingsgelijken, voor een beter zelfbeeld en een betere ontwikkeling, dat is bewezen.
Maar goed, achteraf kijk je de koe in zijn kont. Je probeert er het beste van te maken als ouders en het moet ook haalbaar blijven. Met speciale hobby’s zoals schaken, meetings met andere hb-ers (lotgenotenbijeenkomsten) en leuke, leerzame uitjes in de vakanties kom je ook een heel eind. Wij proberen nu op deze manier toch voldoende uitdaging te krijgen voor onze kinderen.
Ik ben benieuwd: wie van mijn volgers heeft ervaring met speciaal hb-onderwijs? Waarom wel/niet? Hoe los je het praktisch op?
De uitgelichte afbeelding komt van shutterstock
- De garderobe van een 40-jarige - 17/08/2024
- Lisette Schrijft niet meer (althans geen blogs) - 29/07/2024
- Een rare, roerige week! - 15/07/2024
Nina zegt
Ik heb er juist voor gekozen mijn kinderen niet naar een hb-school te sturen; op hun eigen basisschool kwam er gelukkig steeds meer aandacht voor kinderen die extra uitdaging nodig hebben. Het heeft natuurlijk altijd voor – en nadelen (voordeel is bijv dat de ‘gewone’ basisschool in de buurt is) maar ik denk dat het het belangrijkste is om te kijken waar je kind zich prettig voelt. Mijn ervaring is dat de leerkrachten in de bovenbouw wel meer moeite deden voor de ‘slimme’ kinderen; in de onderbouw was daar nauwelijks oog voor. Extra uitdaging kun je eventueel ook nog zoeken in buitenschoolse activiteiten, zoals schaaklessen of muziek.
Er is een heel groot verschil tussen basisschool en middelbare school, waardoor de behoefte aan een middelbare school voor hoogbegaafden al veel minder is. Op de basisschool zitten natuurlijk toch zo ongeveer alle leerniveaus bij elkaar in één klas, maar op de middelbare school worden de niveaus flink opgesplitst. Mijn dochter zit op een reguliere middelbare school (maar wel een met een vwo-afdelingen die tot de beste van Nederland behoort), er zitten in haar klas meerdere hb-kinderen. Maar ik zie dat die het niet per se nu héél erg makkelijk hebben. Je moet nog steeds gewoon een hoop huiswerk maken en bijv Franse woordjes leren gaat een hoogbegaafde waarschijnlijk wel vrij makkelijk af, maar je moet het nog steeds wel dóen – je kunt niet meer alleen op je inzicht ’teren’.
Op het vwo zit je natuurlijk sowieso al tussen meer dan gemiddeld slimme kinderen dus de verschillen tussen de kinderen in dat opzicht zijn veel minder groot. Daarnaast zijn er ook verschillen tussen hoogbegaafden onderling, want die zijn ook niet per se in elk vak even goed. Komt dochterlief straks in de bovenbouw van het vwo, dan zal er waarschijnlijk ook gestimuleerd worden om waar mogelijk extra examenvakken te kiezen. Ik heb er wel vertrouwen in dat ze zich de komende jaren op het vwo niet heel erg zal vervelen, en zelf vindt ze het echt niet erg als ze nog wat vrije tijd over zou houden…
Lisette, ik zou me nu nog maar geen zorgen maken over de middelbare schooltijd van je kinderen, tegen de tijd dat ze in de puberteit komen, veranderen ze ook weer heel erg. En tegen die tijd zijn je kinderen groot en (waarschijnlijk) wijs genoeg om mee te overleggen en om zelf mee te laten beslissen over hoe nu verder. Sommigen zullen ook flink last krijgen van hun hormonen, en een puberbrein functioneert soms gewoon ook wat ‘anders’! Het is best een interessante tijd 😉
Blijf wel steeds kritisch bij schoolkeuze: er zijn scholen die goed zijn in marketing en zich proberen te profileren met extra’s voor hoogbegaafde leerlingen, maar dat heeft soms helemaal niet zoveel om het lijf. Wij hebben juist gekozen voor een niet al te grote middelbare school, waar men vooral de kwaliteit van het onderwijs voorop stelt en daar verder niet al te veel ‘franje’ aan hangt. Het kiezen van een middelbare school blijft tot op zekere hoogte natuurlijk toch erg koffiedik kijken, want naast de kwaliteit van onderwijs is het minstens zo belangrijk dat je kind zich thuisvoelt en aansluiting vindt bij klasgenootjes..
Tink zegt
Citaat: “Mijn dochter zit op een reguliere middelbare school (maar wel een met een vwo-afdelingen die tot de beste van Nederland behoort), er zitten in haar klas meerdere hb-kinderen. Maar ik zie dat die het niet per se nu héél erg makkelijk hebben. Je moet nog steeds gewoon een hoop huiswerk maken en bijv Franse woordjes leren gaat een hoogbegaafde waarschijnlijk wel vrij makkelijk af, maar je moet het nog steeds wel dóen – je kunt niet meer alleen op je inzicht ‘teren’.”
Juist dat woordjes stampen, de routine, de herhaling, is iets wat voor hb-ers erg lastig is. Tafels leren, rijen woordjes, topo e.d. Ik heb 4 kinderen en de oudste 3 zijn op de middelbare school allemaal met een flinke knal er tegenaan gelopen dat ze dat niet konden. Ze hadden niet geleerd te leren. Topo? Drama. De enen vlogen ons om de oren.
Ik ben daarom heel blij dat er voor de basisschool vorig schooljaar een bovenschoolse plusklas is gestart. 1 dagdeel per week en voor de rest gaan de kinderen naar hun eigen basisschool. Onze jongste, nu in groep 7, kwam daarvoor in aanmerking. Het gaat daar niet zozeer over verrijken en verdiepen (óók, maar zeker niet alleen) maar juist over dingen als leren leren, samenwerken met anderen, iets presenteren voor de klas e.d. Voorbeeld: onlangs moesten ze Engelse woordjes leren en er zou ook overhoord worden. Maar het ging niet zozeer om het punt dat ze behaalden, maar om: HOE heb je dit gedaan, wat is je leerstrategie, wat werkt voor jou?
Dat vinden juist deze kinderen heel ingewikkeld, want die gaan voor de 10. Maar dat moesten ze dus eigenlijk los leren laten.
Mijn dochter vindt het nog steeds heel lastig als ze merkt dat iets niet direct lukt. Jamaar dat kan ik nooit!! hoor je dan. Maar ja: je zit immers op school om iets te LEREN? Dat betekent dat je het nog niet hoeft te KUNNEN als je begint… Dat is ze niet gewend want op de reguliere basisschool komt alles haar moeiteloos aanwaaien. Zo belangrijk dat ze dat nu ontdekt en niet pas straks op het vwo.
En ik vind het nog steeds jammer dat mijn andere 3 kinderen zoiets niet hadden. Er was wel wat aangepast werk, in de tijd van mijn oudste nog samengesprokkeld door een leerkracht die interesse had in hb; bij de middelste twee was het al een heuse methode, Levelwerk. Dat doet de jongste overigens ook nog steeds.
(Late reactie, sorry :))
Nina zegt
De basisschool van mijn kinderen hanteert overigens geen cijfers maar drukt de prestaties uit in ‘uitmuntend’- ‘goed’- ‘ruim voldoen’- ‘voldoende’- ‘matig’. Dat maakt het soms een beetje vaag, maar heeft als voordeel dat er wellicht meer gekeken wordt naar de prestaties tov de capaciteiten van het kind en dat is wat lastiger in een ‘hard’ cijfer uit te drukken.
Slim zijn is op zich geen verdienste zeg ik altijd maar…
Gio Vogelaar zegt
Ik vind het fantastisch, Lisette, dat je opkomt voor kinderen, die in het onderwijs kind van de rekening worden en natuurlijk het onderwijs verdienen op het niveau waarop ze worden uitgedaagd.
Ik wil graag een aanvulling geven. Is het jou bekend, dat 98% van de kinderen van 5 jaar geniaal zijn op het gebied van creatief en innovatief denken, dat daar op 10 jarige leeftijd nog 30% van over is, op 15-jarige leeftijd nog 12% en op 31-jarige leeftijd nog 2%? Dit is wetenschappelijk aangetoond door George Land. Kijk maar eens naar: https://www.youtube.com/watch?v=ZfKMq-rYtnc
Daarnaast is er ook een bekend onderzoek gedaan door Rosenthal met de titel: “Pygmalion effect in the classroom”. Tijdens dit onderzoek gaf een docent les aan een klas van gelijk gematchte kinderen op normaal begaafdheidsniveau. Tegen de leraar werd echter gezegd, dat in deze klas 5 kinderen zwakbegaafd waren en 5 kinderen hoogbegaafd. Na een half jaar werden IQ-testen afgenomen en bleek dat de kinderen waarvan de docent dacht dat ze zwakbegaafd waren de IQ’s drastisch gezakt waren en de kinderen waarvan hij dacht dat ze hoogbegaafd waren, hadden behoorlijke stijgingen in hun IQ”s. Ditzelfde onderzoek is in Nederland nog een keer nagedaan door een psycholoog met de naam Jungbloed en die kwam tot exact dezelfde resultaten. Carol Dweck heeft ook aangetoond dat kinderen die van een fixed mindset naar een growth mindset gaan slimmer worden. Dit zijn voor mij tekenen, dat begaafdheid in ieder kind zit en dus beïnvloed kan worden door de volwassenen om de kinderen heen (ouders, docenten, belangrijke volwassenen in het netwerk!). Ik vermoed, maar kan het niet bewijzen, dat als we kinderen van 5 jaar gaan testen op begaafdheid we waarschijnlijk hetzelfde percentage van rond de 100% zullen aantreffen, want creatief denken en begaafdheid, zijn volgens mij niet los te koppelen van elkaar!
Ik denk daarom, dat in het reguliere onderwijs geen enkel kind passend onderwijs krijgt waarin het de eigen unieke talenten mag ont-wikkelen. Alleen de grootste groep kinderen past zich aan vanwege een al vroeg aanwezig gevoel van onzekerheid over zichzelf, want ons onderwijs en daaraan gerelateerd opvoedingssysteem, haalt kinderen uit verbinding met zichzelf en dat weten wij als volwassenen inmiddels als geen ander, toch?
Ik heb heel veel kinderen begeleid, de meeste met een diagnose, maar ook veel zonder en ik ken geen enkel kind dat zich, als je gaat doorvragen, niet verveelt op school!
Natuurlijk is dit mijn visie en als jij er anders over denkt heb je net zo gelijk als ik!
Tot slot nog even dit. Je schrijft over kinderen met down-syndroom, die wel speciaal onderwijs krijgen, maar weet je dat in Nieuw Zeeland, inclusief onderwijs, dus alle kinderen door elkaar in een klas al heel lang normaal is en gewoon georganiseerd wordt, zodat ieder kind op eigen kunnen, talenten en mogelijkheden in een maatwerktraject kan leren. Nederland heeft zich trouwens bij monde en handtekening van toenmalig onderwijs-minister Ritzen bij de Unesco schriftelijk verplicht om ook in Nederland te gaan voor inclusief onderwijs voor alle kinderen: http://www.inclusiezeeland.nl/infosalamanca.html!
Hopelijk kun je hier iets mee, Lisette?
Lisette zegt
Bedankt voor je reactie! Ik ga de onderzoeken zeker lezen, interessant. Zoals je merkt zijn mijn artikelen vooral gebaseerd op mijn eigen ervaringen en de ervaringen met mijn kinderen, en is het niet wetenschappelijk onderbouwd. Maar ik sta erg open voor onderbouwde info!
Gio Vogelaar zegt
Dank voor je reactie, Lisette. Veel van wat ik aan visie heb ont-wikkeld de afgelopen jaren, is ook niet wetenschappelijk aangetoond, maar met gewoon normaal gezond nadenken tot stand gekomen. Ik denk dat we met kinderen in vakjes stoppen en met het gebruik van de termen hoog, laag, zwak, meer en minder voor heel veel waardeoordelen zorgen, waarvan kinderen uiteindelijk de dupe worden. Sinds ik in 2009 als zelfstandig jongeren coach ben begonnen, heb ik geleerd dat, mits ik maar goed luister (met al mijn zintuigen) elk kind zelf in staat is om me precies te vertellen wat het nodig heeft en dat wij als volwassenen kinderen geen oordelen van onszelf moeten opleggen, omdat geen kind hetzelfde is Daarnaast heb ik mezelf ooit afgevraagd of ik als volwassene kan en mag bepalen, wat een kind zou moeten leren om zijn/haar leven te kunnen leiden? Het antwoord voor mij is een volmondig, nee, dat kan en mag ik helemaal niet!
Ben jij trouwens op de hoogte van het bestaan van democratisch onderwijs, waar kinderen zelf de regie (en verantwoordelijkheid) hebben over hun eigen leerweg, gebaseerd op hun individuele interesses en talenten? Ieder kind werkt op eigen niveau en in eigen tempo.
Op zulke scholen gaat een wereld voor mensen open. Kinderen met diagnoses (waaronder ook hoogbegaafdheid) lijken plotseling geen last meer van de symptomen te hebben waar ze last van hadden(omdat ze zichzelf mogen zijn?) en ieder kind wordt gelijkwaardig (ook aan volwassenen) behandeld! Een prachtige vorm van onderwijs, die nog veel te onbekend is in Nederland!
Larissa zegt
hallo, ik wil heel graag weten waar je die informatie hebt gevonden over meneer Jungbloed, ik wil dit graag gebruiken voor een verslag dat ik schrijf.
vriendelijke groet,
larissa
Bo zegt
Beste Lisette,
Dit is een beetje een late reactie, maar ik heb besloten hem nu toch te plaatsen omdat mijn ervaringen misschien wel waardevol voor u kunnen zijn. Ik ben een meisje van 16. Ik ben er pas recent achtergekomen dat ik hoogbegaafd ben. Ik was op de basisschool altijd wel één van de besten van de klas, maar mijn ouders vonden het nooit nodig om me te laten testen op hoogbegaafdheid, want ik had altijd gewoon vriendinnetjes, ik was vriendelijk naar leraren (alhoewel een beetje bijdehand) en ik hield erg veel van toneelspelen, pianospelen en zingen, waar ik na school heel veel mee bezig was. Ook had ik op school naast het normale werk dat iedereen moest doen extra opdrachten. Ik vond dit zelf nooit zo heel leuk. Ik vond die opdrachten wel interessant, maar ik ben heel erg perfectionistisch en was dus nooit sneller klaar met de “normale opdrachten” dan de andere kinderen, en moest dan mijn extra opdrachten maken terwijl de andere kinderen kleurplaten mochten kleuren. Uiteindelijk ben ik mijn basisschooltijd vrij goed doorgekomen, al kostte het me naarmate ik ouder werd steeds meer moeite om de dag door te komen.
Toen mocht ik eindelijk naar de middelbare school. Ik had hoge verwachtingen. Ik zou gymnasium gaan doen en met mensen in de klas komen die de leraar ook na één keer al zouden begrijpen. Ik wilde laten zien wat ik kon en blonk in alle vakken uit. Ik stond voor al mijn vakken – alleen gym uitgezonderd – een 8 of hoger en ik had het hoogste cijfergemiddelde van de hele klas. Dit had echter ook een keerzijde, en die liet ik alleen thuis zien. Als ik in een week veel toetsen had, stond ik helemaal strak van de stress. Ik had op de basisschool nooit geleerd hoe ik toetsen moest leren en ik wilde alle opdrachten maken en nakijken, zelfs al kostte me dat uren. Ik was dus enorm veel tijd kwijt aan school.
Op een gegeven moment heb ik toen een bepaald knopje omgedraaid. Dit was ergens rond het begin van de tweede klas. Ik ging helemaal niets meer doen. Ik maakte soms als ik er zin in had een paar opdrachten en las de stof de avond voor de toets nog even door. Dit ging prima, ik haalde nog steeds hoge cijfers. Niet meer de hoogste van de klas, maar nooit lager dan een 7. Ik begin een steeds grotere hekel aan school te krijgen. Ik had goede vrienden waarmee ik veel kon lachen en ik kon het best vinden met de leraren, maar het urenlange gezwets van de leraren tijdens de instructielessen kon ik gewoon niet uitstaan. Ik ging poppetjes tekenen en verhalen schrijven in mijn schriften en kletsen met mijn vriendinnen tijdens de lessen. Aan mijn cijfers was niets te merken; ik kon alles wat de leraren vertelden ook gewoon zelf lezen in mijn boek. Ik zat niet op een hele strenge school, dus de meeste leraren vonden het niet zo erg als ik niet oplette tijdens de les, maar sommigen waren het hier, ondanks mijn mooie cijfers, niet mee eens. Ook werkte mijn school met domeinuren, wat betekende dat er naast de instructie-uren ook een aantal uur per dag ingeroosterd was om in het domein (gewoon een grote ruimte met tafels en stoelen en een aantal computers) aan mijn huiswerk te werken. Daar had ik echter vrijwel nooit zin in, dus als mijn moeder mij na een lange dag school vroeg hoe het was geweest, antwoordde ik steevast saai, vervelend of ronduit kut.
Toch heb ik het op deze manier nog heel lang volgehouden. Van de vierde naar de vijfde klas ging ik over met een prima rapport, waarvoor ik nog steeds bijna nietshad hoeven doen. Dat ik mijn best niet deed was nu wel iets beter te zien, want tussen mijn zevens en achten stond wel opeens een vijf voor wiskunde (terwijl ik in de derde gemiddeld een 7,5 voor wiskunde had gestaan). Ik was wel steeds meer ziek. Ik was een bekend gezicht bij de huisarts. Mijn bloed werd een aantal keer geprikt en ik werd onderzocht op allergieën, want ik had veel te vaak hoofdpijn en buikpijn en ik was heel vaak moe.
Ik zou de week voor de herfstvakantie in de vijfde met de hele klas op Romereis gaan. Ik had daar enorm veel zin in en sleepte me die weken van de zomervakantie tot de Romereis elke dag naar school. Ik kon mijn bed niet uitkomen en was elke dag te laat en haalde tijdens de toetsweek, de week voordat we naar Rome zouden gaan, alleen maar onvoldoendes. En toen ging het helemaal fout. Ik stortte helemaal in.
Heeft u wel eens gehoord van een burn-out? Nou, ik had een bore-out. Ik was een zestienjarig meisje dat er tien minuten over deed om twee trappen op te lopen. Ik lag 12 tot 15 uur per dag in bed, maar ik sliep soms hele nachten niet. Ik kon niets meer, want ik kon me nergens meer op concentreren. Ik kon niet meer lezen, terwijl ik toen ik kleiner was soms hele middagen op de bank zat te lezen. Toen het op zijn ergst was, kon ik zelfs niet meer pianospelen en niet meer zingen.
Ik ben gaan praten met een psycholoog en mede door die gesprekken en de rust die ik daardoor kreeg in mijn hoofd, kreeg ik langzaamaan weer meer energie en kon ik me weer beter gaan concentreren. Ik had me jarenlang zó aangepast aan het schoolsysteem dat het me helemaal had opgebroken.
Ik ben uiteindelijk zo’n zes maanden niet naar school gegaan. Naast de bore-out was er ook echt fysiek iets aan de hand; door mijn chronisch ontstoken keelamandelen had ik aan de lopende band keel- en oorontstekingen. Nadat ik hersteld was van een operatie waarbij mijn keelamandelen weggehaald zijn, ben ik weer op een rustig tempo elke dag een paar lessen op school gaan volgen.
Het schooljaar is nu bijna afgelopen en ik heb nu een rooster van 16 lesuren per week (mijn klasgenootjes hebben 30 – 35 lesuren in een week). Ik heb hard gewerkt en ik ga dit jaar waarschijnlijk over met Frans, Engels en Nederlands, mijn drie beste vakken. Met al mijn andere vakken moet ik volgend jaar weer in de vijfde beginnen. Ik ga volgend jaar (als het goed is) wel al examen doen voor Frans, Nederlands en Engels.
Dat het bij mij zo mis is gegaan, betekent niet dat het bij uw zoontje zo mis zal gaan. Ik weet echter ook dat ik niet een heel uitzonderlijk geval ben. Mijn ouders hadden niet heel veel meer kunnen doen. Zij wisten dat ik het saai vond op school, en zij hoopten dat ik door mijn toneellessen en pianolessen mijn plezier ergens anders uit kon halen.
Dat het bij mij fout is gegaan, ligt vooral aan de manier waarop mijn scholen met mij om zijn gegaan. Zij zagen mij als een slim meisje dat niet zo veel hoefde te doen en dan toch hoge cijfers haalde. Dat vonden zij wel lekker makkelijk en dus hebben zij er nooit veel aan gedaan om het mij meer naar mijn zin te maken.
Ik hoop dat u niet heel bang bent geworden na het lezen van mijn verhaal. Ik hoop wel dat u een beetje gewaarschuwd bent. Leerlingen zoals ik en zoals uw zoon zijn leerlingen die extra zorg nodig hebben in het huidige onderwijs. Ik zou u aanraden om goed in de gaten te houden of uw zoon het naar zijn zin heeft op zijn school en of hij er zijn ei kwijt kan. Anders zou een speciale vorm van onderwijs toch wel een goede keuze zijn.
Veel succes toegewenst in het maken van keuzes in de toekomst, ik hoop u hiermee een beetje geholpen te hebben.
Met vriendelijke groeten,
Bo
Anouska zegt
Beste Bo,
Wat goed dat je dit durft te zeggen, dat lijkt me ook best heel moeilijk. Ik ben moeder van een zoon van 9, getest met een IQ 145+.
De overweging om een overstap te maken, doe ik samen met hem. Ik betrek hem bij ieder voor en nadeel. Hij heeft nu definitief uitgesproken dat hij het heel erg graag zou willen, dus ga ik hier nu mijn best voor doen.
Veel sterkte me opkrabbelen en ik hoop van harte dat je de drive weer kunt vinden!
Hartelijke groet,
Anouska