Een nieuwe auto
Ik ben op zoek naar een nieuwe auto. En met nieuw bedoel ik: nieuw voor mij. Niet per se nieuw uit de fabriek. Waarom? Zullen de mensen die mij kennen zich afvragen, je hebt toch een goede auto? Ja, dat klopt. Een goede en een luxe auto. Maar omdat het een al wat oudere diesel is zijn er steeds meer plaatsen waar ik niet in kom met het kreng, en daarnaast is de ruimte op de achterbank wat beperkt. Dat is lastig met kinderen die steeds langere benen krijgen.
Daarbij zit ik zelf ook af en toe achterin (zoals op zwarte zaterdag) en verrek ik soms al mijn ledematen om een beetje fatsoenlijk in en uit die auto te komen. Om maar niet te spreken van de houten kont die ik krijg van het zitten op het tussenstuk achterin. Dat kan misschien anders.
Ik ging dus op zoek naar een auto. En zoals dat een actie van mij betaamt viel daar weer van alles over te schrijven. Zo kwam ik bij de jongen die mijn zoon had kunnen zijn, de ‘mevrouwtje’ dealer, de vaderfiguur en de gladde verkoper. En al ben ik tot op heden autoloos, ik geef wel tips over het omgaan met de verschillende autodealers.
De jongen die mijn zoon had kunnen zijn
Net uit de luiers, in een pak dat wat om zijn knokige schoudertjes lubbert, komt deze jongen met uitgestrekte hand naar me toe. Of hij kan helpen. Mijn ‘ik ben op zoek naar een auto’ komt niet helemaal uit de lucht vallen, en gelukkig moet hij glimlachen als ik mijn standaard grap erin gooi: ‘je verwacht het niet hè’. Ik leg uit dat ik een moeder ben, met kinderen die steeds groter worden, en dat ik dus op zoek ben naar een auto met meer ruimte achterin. Drie losse stoelen op de achterbank bijvoorbeeld, of een zevenzitter. Maar dat ik geen suffe gezinsbak wil.
De eerste auto die hij laat zien is een MPV, zilvergrijs, met zeven stoelen. Heel praktisch maar oerend lelijk. Ik mag dan verwend overkomen, maar ik ga nog liever met mijn benen in mijn nek liggen dan in zo’n 60+ auto rond te gaan rijden. Deze jongen snapt duidelijk nog niet wat de vrouw van tegenwoordig wil.
Hierna prijst de jongen achtereenvolgens de elektrische auto, de hybride auto en de nieuwste SUV aan, waarbij die laatste nog minder ruimte achterin heeft dan in mijn huidige auto. Maar die heeft hij zelf geïmporteerd, zegt hij, vervuld van trots. Wat zou het tof zijn als hij deze auto ook eigenhandig kan verkopen! Dat hij nog een beetje moet leren zich in te leven in de klanten vergeef je hem direct.
Laat je bij dit type niet overstemmen door moederlijke gevoelens. Een auto kopen is keihard zakendoen, niets meer en niets minder. Een ‘ik vind die verkoper zo schattig’ is geen overweging bij het kopen van een nieuwe auto.
Na wat lachsalvo’s om de elektrische auto (sufheid 2.0) en wat heen en weer geklets over de motorinhoud van de verschillende auto’s en het aantal pk’s (ik hou het wel bij een elektrische fiets, een auto moet brullen) besluit ik om even verder te kijken. Uiteraard krijg ik het kaartje van de jongen en mag ik altijd bellen.
De gladde verkoper
De gladde verkoper ruikt van verre al wat jij mooi vindt. En zo niet, dan weet hij dat via slinkse vragen heel snel te ontdekken. Hij heeft dé perfecte auto voor je (maar goed, dat had je op internet al gezien, anders was je daar niet). Na een uitgebreide proefrit waarbij hij de opties nog eens extra aanstipt, en je laat weten hoe veilig deze wagen is voor je drie kinderen (dat heeft hij je net ontfrutseld), merkt hij dat je deze auto gewoon wil. En hij zal er alles aan doen om je die auto te verkopen.
Uiteraard is hij niet zo’n autodealer die tegen iedereen zegt dat er nog meer gegadigden zijn, maar toevallig is dat bij deze auto wel zo. Logisch, want dit is de beste in zijn klasse en eigenlijk vind je nergens anders een auto die zo compleet is. Daarnaast kan hij je best wat korting geven, want hij begrijpt dat het je wel overvalt, die hoge prijs. Alleen moet je dan wel direct beslissen. Daar kan hij niets aan doen, dat is van hogerhand bepaald. En ook wel zo eerlijk naar die andere geïnteresseerden toe. Hij is tenslotte niet zo’n verkoper die mensen aan het lijntje wil houden.
Dikke kans dat deze verkoper, als je gaat onderhandelen over de prijs (en daar bleek ik bijzonder goed in) even met zijn manager moet gaan overleggen. En na tien minuten terugkomt met een beetje een rooklucht om zich heen en een vervelend kuchje. Uiteraard heeft hij dan voor jou alle moeite gedaan bij zijn manager, hij was zelfs in staat om zijn baan op te zeggen, maar was zijn manager onverbiddelijk. En moet je echt vandaag beslissen.
Blijf onverbiddelijk bij dit type. Want een ding weet je wel: als ze zoveel tijd en aandacht in je hebben gestoken, laten ze je heus niet zomaar gaan. Ja, je mag wel weg, maar je kunt er donder op zeggen dat je de volgende dag gebeld wordt. En een paar dagen later nog eens. Misschien zelfs door de manager. En dan blijkt die korting ineens een week geldig.
Wel heb je pech als die andere geïnteresseerden echt blijken te bestaan. Dan is je enige herinnering aan de gladde autoverkoper zijn kaartje.
De ‘mevrouwtje’ meneer
Bij dit grote bedrijf had ik netjes een afspraak gemaakt. Er stond een auto naar mijn zin, en ik wilde wel een proefrit maken. Degene met wie ik de afspraak had was wonderbaarlijk van de wereld verdwenen toen ik netjes op tijd verscheen, en de kauwgom kauwende receptioniste belde op haar elvendertigst wat rond tot ze een verkoper had gevonden die wel wat van zijn schamele tijd vrij wilde maken om mij te woord te staan.
Meewarig keek hij mij aan. Nu zag ik er die dag vrij huisvrouwerig uit, met een wat suffe broek, platte schoenen en mijn haar in een knot. Oh, en ik had een kind bij me. Hij legde wat uit over de auto, en ik humde wat. Niet omdat ik hem niet begreep, maar omdat ik dat allemaal had gelezen op internet. En ik wilde gewoon rijden in het ding.
Mijn zoon had echter niet meegekeken op internet en vroeg geïnteresseerd wat voor motor er in de auto lag. Alsof hij tegen een kleuter praatte, zei de meneer: ‘een benzinemotor, jongetje’. Oké, het ‘jongetje’ verzin ik erbij. Achter zijn rug om rolde mijn zoon met zijn ogen. ‘Een 2.2 liter motor, schat’ antwoordde ik dus maar, het aantal pk’s ook nog even aanstippend. Verbaasd keek die man op. Ja, ik ben niet zo’n vrouw die antwoord met ‘een zwarte’ als je vraagt in wat voor auto ik rijd.
Wil je bij dit type autodealer serieus genomen worden, dan zit er niets anders op dan een man mee te nemen. Desnoods trek je er bij de naastgelegen McDonalds eentje achter de toonbank vandaan. Hij hoeft niets te zeggen, zijn aanwezigheid zal al genoeg zijn om een stuk serieuzer genomen te worden.
Anyway, de auto lag voor geen meter op de weg, er zat speling in het stuur en ik was niet tevreden over de prijs die ze voor de oude auto zouden geven, dus ik vertrok onverrichter zake naar de McDrive. Uiteraard wel met een kaartje.
De vaderfiguur
‘Ik zoek dit en dat en zus en zo’. Als je weet wat je wilt, dan neemt de vaderfiguur je zeker serieus. Hij loopt eerst wat auto’s met je langs die het nét niet zijn, en zegt daar vaderlijk bij: ‘nee, dit moet je niet doen, dan ga je er niet op vooruit’ en ‘hiervan is het oude model een stuk goedkoper, maar ik denk dat jij dat niet mooi vindt’. Vervolgens introduceert hij zijn nieuwste model auto. Perfect voor jou, maar gruwelijk duur. Dat begrijpt hij, uiteraard. Hij begrijpt ook dat het spannend is, zomaar een nieuwe auto bekijken…
Omdat hij je zo goed begrijpt laat jij je meevoeren naar die auto, die inderdaad perfect is, en daarna naar het kantoor. Want ach, even een offerte maken kan geen kwaad, toch? Dat je geen gloednieuwe auto ging kopen staat vast, maar dan heb je weer iets om over te bloggen.
Een complete mindf*ck natuurlijk. Want als je eenmaal zo’n nieuwe auto hebt samengesteld met alle opties die je echt móet hebben (waarvan je voorheen niet eens wist dat ze bestonden, en die je in de afgelopen 33 jaar nog nooit had gemist in je leven) dan wil je alleen nog maar dat. Helemaal als hij je oude auto gaat taxeren en je geruststellend meldt dat het echt niet erg is dat dit een vuilnisbak op wielen is. Daar kijkt hij doorheen.
En als er dan nog wat verstandige taal achteraan komt als: ‘als je een nieuwe koopt dan kun je die over drie jaar veel voordeliger inruilen dan een gebruikte auto, echt een win/win situatie’ en ‘je hebt twee jaar fabrieksgarantie’ en ‘belastingtechnisch kan dit heel interessant zijn’ dan wil je alleen nog maar die nieuwe auto…
Er is hiervoor maar één advies: weglopen. Gewoon. Weglopen en denken aan al die mensen die helemaal geen auto hebben, of in een oud barrel rijden. Of denken aan die oude barrels waar je voorheen zelf altijd in reed, omdat een auto bedoeld is om te rijden en niet als één of andere gepantserde bus die zichzelf parkeert, drie parfummetjes verspreidt en een Hi-Fi stereoset heeft waar de plaatselijke discotheek een puntje aan kan zuigen. Je hebt dat NIET nodig om gelukkig te worden.
En dus ben ik tot op heden autoloos. Nou ja, ik rijd gewoon lekker door in die oude, die het eigenlijk nog prima doet. En ik heb een fiets.
Disclaimer
Mocht je autodealer zijn en je herkent jezelf in bovenstaande types, ik heb schromelijk overdreven. Bovenstaande situaties zijn dus ook niet compleet waarheidsgetrouw. Al zit er wel een kern van waarheid in. Mocht je naar aanleiding hiervan een leuk voorstel hebben, dan weet je me vast te vinden. Jullie hebben mijn kaartje.
- Tot wanneer slapen kinderen bij je in bed? - 19/09/2024
- De garderobe van een 40-jarige - 17/08/2024
- Lisette Schrijft niet meer (althans geen blogs) - 29/07/2024
Mimi zegt
De autodealer is voor mij bij definitie altijd een gladde.