Voorzichtig parkeer ik mijn oude peugeotje voor een statig herenhuis. Het is mei 2008 en ik bevind me in de grote stad, samen met mijn zoon. Vandaag gaat het me lukken om moederschap en studie te combineren. Ik zit in het laatste stukje opleiding tot verloskundige, en doe een project over borstvoeding.
Hiervoor heb ik me aangemeld bij de borstvoedingsclub. De informatrice was bijzonder enthousiast aan de telefoon. Natuurlijk mocht ik mijn zoon meenemen, en ik mocht ook te laat komen, want ze begrepen daar dat het voeden op verzoek gaat. Of ik mijn zoon nog borstvoeding gaf? Trots had ik uitgelegd dat ik hem negen maanden borstvoeding had gegeven. Ellenlang naar mijn idee, ik was van plan het hooguit drie maanden te doen. Maar ja, daarna werd het pas leuk en zo gingen er negen maanden voeden voorbij, en toen was het klaar.
In de stilte die daarop volgde wachtte ik op een compliment. Tevergeefs. “Waarom ben je gestopt?” Die vraag had ik niet verwacht! Ik stamelde iets over dan zoonlief niet meer wilde en dat ik het eigenlijk ook wel prima vond, zeker nu hij een heel gebit aan het aanleggen was. Maar volgens de instructrice kon ik het maar beter blijven proberen, liefst in een donkere kamer zonder afleiding. Het zou zonde zijn om nu te stoppen… Verbaasd en met wat vage toezeggingen hing ik op. De afspraak stond. Er zou ook nog een lactatiekundige aanwezig zijn en nog meer moeders en zwangeren, zij zouden mij wel begrijpen, toch?
Waarom was ik na 10 maanden al gestopt met borstvoeding?!?
Ik baan me een weg langs bakfietsen en bugaboo’s richting de voordeur. De deur zwaait open en een oud vrouwtje met een knotje doet open, ze doet me een beetje denken aan een sprookjesheks. Zij blijkt de instructrice, van een jaar of 75, die praat alsof ze haar zoon van 55 gisteren de borst nog heeft gegeven en me ondertussen ook 5 boeken probeert aan te smeren die ze heeft geschreven.
Het lukt me de woonkamer te bereiken zonder financiële tegenslagen. Pfieuw, daar zitten moeders met kinderen. Niet helemaal van mijn leeftijd, maar met mijn 23 jaar ben ik ook niet echt een doorsnee moeder. Na wat ditjes en datjes gaat de ochtend dan echt beginnen. We doen een rondje en stellen onszelf en ons kind voor. Ik ben als een van de laatsten aan de beurt. Maar voordat ik iets kan zeggen valt de informatrice spontaan in. “Dit is Lisette, ze is verloskundige in opleiding en ook nog moeder. En ze geeft haar zoon al 10 maanden borstvoeding!!” Ergens weet ik dat ik mijn eigen glazen ingooi, maar glimlachend knikken lijkt mij nu de makkelijkste optie. Zoonlief kan toch nog niet praten. Wel branden zijn fles en poedertoren in mijn tas. Over een halfuur zal hij waarschijnlijk gaan brullen…
Ik weet dat ik mijn eigen glazen ingooi. Toch blijf ik glimlachen en ik knik
De vrouw met de peuter aan de borst blijkt de lactatiekundige te zijn. Ze neemt het woord voor een oratie over borstvoeding waar je u tegen zegt. Slechts een enkele keer kan er iemand tussen komen, maar voordat de vraag is gesteld neemt ze het woord alweer en kwebbelt verder. De peuter, een meisje genaamd Vlinder van 2,5, drinkt een slok uit haar borst, staat op, loopt weg, komt terug, begint te jengelen, krijgt weer een slok, enzovoort.
Met verbazing sla ik het tafereel gade. Ondertussen nippend aan een kop kruidenthee die smaakt naar paardenbloemen. Ik heb meer behoefte aan koffie, maar dat werd me niet aangeboden. Zoonlief tijgert vrolijk in de rondte. Meerdere malen wordt me op het hart gedrukt dat ik hem echt gewoon mag voeden waar iedereen bij is, de andere moeders blijken hier totaal geen problemen mee te hebben. Ik heb nog nooit zoveel blote borsten bij elkaar gezien. De zwangeren in deze kamer zuigen de informatie op als sponzen, glimlachend dromend en aaiend over hun buik. Wacht maar tot je je eerste tepelkloof krijgt, denk ik gemeen.
Na drie kwartier begint zoonlief wat te jengelen. Toevallig komt er net een tupperwarebak voorbij, tot de rand gevuld met stukken komkommer, hompen wortel en nog wat vergeten groenten. Ze blijken voor de kinderen te zijn. Mijn angst dat mijn kind erin stikt wordt lachend weggewuift. Weet ik dan niet dat kinderen veel beter leren eten via de Rapley methode? De wikipedia tekst wordt moeiteloos aan me opgedreund:
De methode wordt in Nederland genoemd naar de schrijfster Gill Rapley. Zij constateerde dat baby’s goed in staat zijn om zelf te besluiten wanneer ze met vast voedsel beginnen, mits ze de gelegenheid daartoe krijgen. En dat het veel gemakkelijker is om vast voedsel te introduceren als de controle aan de baby wordt overgegeven. Bij kinderen die moeite hebben met klontjes in het gepureerde eten blijkt dat het kan helpen om het kind zelf te laten ontdekken en spelen met het eten in vaste vorm. Afwachten tot een kind de 6 maanden nadert blijkt het proces bovendien te vergemakkelijken. De stikneigingen horen erbij, daar moet je even doorheen als ouder.
Mijn angst dat mijn kind stikt in een stuk komkommer wordt lachend weggewuift
Stiekem neem ik wat hapjes van de komkommer. Ik mis mijn dagelijkse stroopwafel. Na een uur besluit ik dat ik genoeg heb geleerd. Ook zoon is er klaar mee. Na meermaals aandringen hebben ze de hoop opgegeven dat ik mijn zoon nog aan de borst ga leggen. Ze lijken te denken dat ik dat niet durf, en ik laat ze maar in die waan. Op weg naar buiten vertrouwt de informatrice me nog toe dat ze haar kinderen vaak in de auto nog de borst gaf, hangend over het autostoeltje. Konden ze daarna lekker slapen. Ik neem haar tip vriendelijk aan, me ondertussen afvragend of er al autostoeltjes bestonden in 1920?
Buiten prop ik zoonlief in zijn autostoeltje. We kunnen niet wachten tot we thuis zijn. Aan de koffie en de fles. Al zou ik ook wel wat sterkers lusten, inmiddels. Even denk ik na over die tip als mijn zoon begint te jengelen. Zal ik proberen…? Dan kijk ik door het dakraam naar de bouwvakkers die op de steiger staan aan de overkant. Nee. Ik ga naar huis. NU.
- Tot wanneer slapen kinderen bij je in bed? - 19/09/2024
- De garderobe van een 40-jarige - 17/08/2024
- Lisette Schrijft niet meer (althans geen blogs) - 29/07/2024
M zegt
Mooi en hilarisch geschreven stuk – ik lees het nu pas. Fijn dat ook een verloskundige borstvoeding in een gezond perspectief kan plaatsen.