Gisteren gebeurde iets wat ik tot een paar jaar geleden niet voor mogelijk had gehouden: ik stond in de halve finale van een tennistoernooi. ‘Alwéér’ zul je natuurlijk direct denken, want iedereen weet nog goed hoe ik vorig jaar september met vriendin J. in 70’s outfit de winnaar van de verliezerspoule werd:
Het grappige is, dat ik me niet kan herinneren dat ik dat toernooi toen spannend vond. Natuurlijk was ik zwaar incognito, dat scheelt. En mogelijk ietwat onder invloed, zeker omdat het tennissen gebeurde tussen de feestavond door. ‘Oh, we moeten! Snel, drink even je biertje op’ was een beetje het motto.
Hoe anders was het nu. Nu speelde ik gewoon als mezelf, in mijn eigen dorp, en kwam er publiek kijken. Help! Vooraf nodigde ik met mijn grote mond iedereen uit om te komen kijken, want ‘leuk’. Vlak voor het betreden van de baan kreeg ik ineens de kriebels: allemaal mensen die kijken! Naar mij! Terwijl ik moet serveren! Aan de andere kant: als ik een orkest kan dirigeren voor een volle kerk, moet ik toch ook een potje kunnen tennissen? Het was nou niet alsof er veel op het spel stond.
Toch merkte ik dat ik het erg spannend vond. Waar de ballen in de les die ochtenden nog met topspin over het net gingen en mooi op de baseline landden, gingen ze in de wedstrijd uit. Of in het net. De druk van twee tegenstanders, een medespeler, het feit dat je niet weet waar de bal komt en vooral ‘dat het voor het echie’ is, maken dat ik mijn techniek compleet vergeet. Faalangst! En dan ook nog spelen met iemand waarmee ik zelden heb getennist… De eerste potjes stond ik te tennissen met een instelling van ‘ik ben al blij als die bal over het net gaat’. Maar: hoe langer we bezig waren, hoe beter het ging. We wonnen, en nog eens, en zowaar nog eens. Zo stonden we gisteren ineens in de halve finale.
Het grappige is dat we de halve finale keihard verloren. Nou, zo grappig is dat niet natuurlijk, maar wat ik vooral fijn vond om te merken, is dat ik gisteren niet meer zenuwachtig was. Inmiddels gewend aan het publiek (een vaste club fanatieke supporters), al een hele dag achter de rug (want we moesten pas om 21.45 uur de baan op) en met het idee van ‘we zijn al zover gekomen, alles is meegenomen’. Daardoor stond ik best lekker te tennissen. Ik ben verre van fanatiek, dus toen ik door had dat de tegenpartij beter was, kon ik ook prima accepteren om van ze te verliezen. Ze sloegen mooie ballen waar ik zelfs nog wat leermomentjes uithaalde.
En vooral: het was ontzettend gezellig om mee te doen aan dit toernooi. Elke avond even een drankje, na de wedstrijd nog even bij anderen kijken… zó is sporten wel leuk! Ik heb me dus direct alweer voor twee andere toernooien opgegeven. Dan zal ik het vast weer spannend vinden, maar hopelijk wordt dat steeds minder. En voor je het weet staan we weer in de finale!
- Tot wanneer slapen kinderen bij je in bed? - 19/09/2024
- De garderobe van een 40-jarige - 17/08/2024
- Lisette Schrijft niet meer (althans geen blogs) - 29/07/2024
Geef een reactie