We kunnen schaatsen! It giet oan, en niet zo’n klein beetje ook. Heerlijk, en als je social media moet geloven ben je gek als je niet gaat. Het stukje FOMO speelt bij dit soort weersomstandigheden altijd enorm op bij mij: ik móet schaatsen van mezelf. Net als dat ik naar buiten móet van mezelf als het mooi weer is. Waarom? Omdat we in Nederland wonen en je nooit weet hoe het de volgende dag is. En of het ooit in je leven nog een keer gaat vriezen. Dus hop, geniet ervan!
Gedoe
Zo ook met schaatsen. In ons mooie de Lier hebben we een ijsbaan waar je letterlijk al over één nacht ijs kan gaan. De afgelopen jaren heb ik dan ook elk jaar geschaatst, behalve vorig jaar. Elk jaar met een beetje dubieuze tegenzin. Want: vooraf heb ik geen zin. Het is altijd ineens, je ziet het pas kort van tevoren aankomen. Ik moet dus vaak mijn planning veranderen, terwijl ik niet echt flexibel ben. Daarbij komt dat ik het gedoe vind: schaatsen zoeken, muts, wanten, extra broek aan (tegenwoordig kies ik voor een regenbroek, werkt heerlijk tegen wind en sneeuw), alles naar de auto slepen, ergens in een gladde berm parkeren, in de gribuskou met bevroren fikken je schaatsen aantrekken, nog een stukje klunen en dan heel voorzichtig het ijs op.
Dan ben ik ook nog bang dat ik wat breek. Wat als ik val? Met mijn cruciale beroep en mijn functie als taxi mama? Als ik mijn arm breek dan heb ik echt een probleem. Waar begin ik aan?!?
Ik moet van mijn moeder
Maar ik ga toch. Omdat ik moet van mezelf. En oké, een beetje van mijn moeder. Die zegt gewoon kom op, nu kan het, van je luie hol af en het ijs op. Dat doe ik dus braaf. En och, wat is het heerlijk. Als ik dan eenmaal bezig ben, dan ben ik verkocht. Ja, het eerste kwartier heb ik pijn in mijn schenen van het krampachtig staan. Maar na een paar rondjes ben ik los. Dan schijnt de zon, adem ik de frisse lucht in en och, wat is het dan genieten. Met achteraf een supergoed gevoel, want ja, ik ben geweest!
De volgende dag hoop ik stiekem dat het gedooid heeft. Dan hoef ik niet meer, maar kan ik toch zeggen dat ik mooi dat dagje ijs heb meegepakt. Maar als het nog vriest ga ik toch maar weer, want ‘nu kan het nog’ en ‘wie weet hoeveel jaren het weer duurt’ en och, dan geniet ik weer. ’s Nachts slaap ik heerlijk omdat ik moe maar voldaan ben en door al die beweging kan ik onbeperkt eten en drinken.
Zo gaat het dag in dag uit, tot het echt begint te dooien. Wat ik dan best wel jammer vind, maar ook wel weer fijn. Dan kunnen de schaatsen weer in het vet, de gang kan opgeruimd en alles kan weer naar zolder. Tot het jaar daarna, als het weer dreigt te gaan vriezen. Dan haal ik alles maar weer van zolder, want wie weet moet ik weer…
- Tot wanneer slapen kinderen bij je in bed? - 19/09/2024
- De garderobe van een 40-jarige - 17/08/2024
- Lisette Schrijft niet meer (althans geen blogs) - 29/07/2024
Stella zegt
Is hier nooit wat geworden. Behalve dat ik direct versteend van de kou was, wilden die afgrijselijke Friese doorlopers niet gewoon recht onder de schoenen blijven. Ook niet als het door een geënterde man (of een grote jongen die voor man aangezien werd) vastgeknoopt werd. Voor schaatsen met de schoenen eraan vast, had ik als kind geen geld. En toen er eindelijk geld verdiend werd, had ik al helemaal afstand van schaatsen en alle andere koude activiteiten genomen. Schaatsen was gewoon veel te koud en ook niet dichtbij.